H. de Hoogh en comp. te Amsterdam

 

In 1852 opende H. de Hoogh een theologische boekhandel in de Kerkstraat te Amsterdam, die twee jaar later werd verplaatst naar de Huidenstraat. Kort daarna verbond hij daaraan ook een uitgeverij voor lectuur van christelijke signatuur. Met de protestants-christelijke uitgevers H. Höveker en G.F. Callenbach voorzag hij calvinistisch Nederland van passende lectuur.

De Hoogh was een uitgever met een missie: de verbreiding en verdieping van het protestantisme onder het Reveil. Een stortvloed van pamfletten en tractaten kwam van zijn persen; vooral van de veelschrijvende dooopsgezinde dominee Jan de Liefde. Onder zijn redactie publiceerde De Hoogh het Volksmagazijn voor burger en boer. Van Höveker nam hij het tijdschrift De heraut onder redactie van C. Schwartz over. De markt voor protestants-christelijke tijdschriften was hiermee kennelijk nog niet verzadigd, want daarna volgden nog 8 andere periodieken waaronder de Heidenbode, de Hope Israëls, De Zaaijer en het Maandschrift voor christelijke opvoeding in school en huis.

 

In 1866 verhuisde De Hoogh naar de Nieuwendijk waar in de drukkerij een met stoom aangedreven snelpers werd geïnstalleerd. Dit leidde tot de uitgave van omvangrijker publicaties waaronder teksten van Abraham Kuyper en boeken van E. Gerdes, J.J.L. te Kate en I. Da Costa. Daarnaasr ook vertaalde boeken van schrijvers als D. Alcock, D. Abbott en J. Bunyan. Voor de jeugd werden enkele series goedkope boekjes uitgegeven, zoals De kleine diergaarde, in 6 deeltjes voor 90 cent, en Kinder-traktaatjes met plaatjes, 12 deeltjes in klein kwartoformaat met een plaatje die slechts 1,5 cent kostten. De serie Zaadkorrels voor kinderen omvatte 5 series van 6 boekjes die als ‘paket’ voor 25 cent verkocht werden. Hiervan had De Hoogh naar eigen zeggen in een paar jaar tijd 40.000 exemplaren verkocht. [1]

 

Vanaf 1870 werkte de firma onder de naam H. de Hoogh & Comp., waarschijnlijk was zijn zoon Christiaan toen in het bedrijf opgenomen. Aan het fonds werden nog enkele periodieken toegevoegd, waaronder De standaard, het Evangelisch verbond en De Hoop des Vaderlands: weekblad voor christelijk-nationaal onderwijs. Het Gemeenteblad van de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam dat De Hoogh in 1872 begon met Abraham Kuyper en J.H. Feringa kwam echter niet verder dan een proefnummer.

 

Na de installatie van de snelpers gaf De Hoogh ook prenten uit. In de fondscatalogus van 1871 bood hij 4 series ‘extra fijne school-prenten in twee en dertig nummers’ aan: [2]

   12 Nummers uit het Oude Testament

   12 Nummers uit het Nieuwe Testament

     3 Nummers Bijbelsche Aardrijkskunde 

     5 Nummers Tafereelen uit de Heiden wereld.

    Prijs per dozijn 25 Cts., per boek 40 Cts., per riem ƒ 7,—.

De prenten waren gedrukt met aangekochte galvanoplastieken van houtgravures o.a. van de Belgische houtgraveur François Pannemaker naar tekeningen van Gustav Doré. De ongekleurde prenten van 43x34 cm kostten 25 cent per 12 en 7 gulden per riem. Na 1871 zijn de series schoolprenten verkocht aan uitgever Jan Vlieger te Amsterdam. [3]

De Hoogh gaf ook gelegenheidsprenten uit, zoals een serie prenten over de begrafenis van Napoleon III. Naar aanleiding van het 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III in 1874 een schoolprent: De oranjeboom. De plaat van 72 x 56 cm. was een feestgeschenk voor de Nederlandsche jeugd en ging vergezeld van een boekje, waarin de 19e-eeuwse gedachten over koning en vaderland vertolkt.

 

Literatuur: KVCS p. 190 en p. 763

 

Prentlijst

Contact SGKJ: hetoudekinderboek@gmail.com ; website: centsprenten@xs4all.nl.  © 2001-2015 A.G.J.M. Borms. Bijgewerkt op 14 januari 2015. Overname, kopiëren en downloaden voor niet-commercieel gebruik van teksten en afb. is toegestaan onder vermelding van bron SGKJ/AGJMBorms. De Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur is een algemeen nut beogende instelling; bijdragen komen in aanmerking voor (verhoogde) belastingaftrek.