De uitgeverij G.F.
Callenbach is tegenwoordig onderdeel van Uitgeefmaatschappij
J.H. Kok BV te Kampen, maar de firma werd al
in 1854 opgericht door George Frans Callenbach
(1833-1916).
Callenbach
volgde aan De Klokkenberg te Nijmegen een
opleiding voor onderwijzer, maar hij koos voor
het boekenvak. Zijn leertijd bracht hij door bij boekhandel
Ten Hoet in Nijmegen en Kemink te Utrecht. In Nijkerk begon
hij als boekhandelaar en boekbinder. Zijn eerste publicaties
waren de preken van zijn vader, een vermaard dominee die
bekend stond als De profeet van de Veluwe. [1]
Omdat de verkoop van boeken te weinig opbracht werden de
inkomsten aangevuld met de verkoop van schriften en
enveloppen. De schriften maakte het gezin Callenbach in de
avonduren zelf. Grote vellen papier werden gelinieerd door
middel van een houten raamwerk waarop dunne draden waren
gespannen die van inkt waren voorzien. Deze vellen naaide
hij dan in tot schriften. [2]
Callenbach was oprichter en leider van de plaatselijke
zondagsschool en had contacten met de Engelse Sunday
School Society. Bij dit werk bleek behoefte aan
kinderboeken die aanvaardbaar waren in het strenge
protestante milieu. Callenbach bracht toen de eerste
kinderboeken op de markt, daarin gesteund door de inmiddels
opgerichte Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging. In het begin waren het dunne boekjes van niet meer
dan 16 pagina’s met enkele illustraties; aanvankelijk stijve
en nogal onbeholpen houtsneden en –gravures. Latere uitgaven
zijn met steendrukken geïllustreerd.
De boekjes moesten onderhoudend en stichtelijk zijn, maar
ook goedkoop: aanvankelijk kostte ze minder dan vijf cent. [3]
Om de markt voor Callenbachs boeken te vergroten moest het
aanbod worden verbreed. Daarom werd begonnen met de uitgave
van ‘verdichte verhalen’. Dit was nogal gedurfd want in
christelijke kringen was men huiverig voor niet-waargebeurde
verhalen. De roman was ongeveer het toppunt van wereldsheid
en lezing daarvan was niet geoorloofd.
Met passende evangelische onderwerpen werd die
terughoudendheid langzaam overwonnen. Evenals Bredée was
Callenbach een uitgever met een missie. Zijn doel was was
degelijke, christelijke lectuur zeer goedkoop en ruim te
verspreiden. Naar zijn initialen G.F.C. werkte hij onder de
lijfspreuk
Goet, Frisch, Claer.
Vanaf 1880 ontwikkelde de firma Callenbach zich tot de
belangrijkste uitgever van protestant-christelijke
kinderboeken. Het bedrijf bestond in die tijd uit een
boekhandel, uitgeverij, drukkerij en boekbinderij.
|
Cornelis Carel Callenbach
|
|
De drukkerij beschikte aanvankelijk uit twee ouderwetse
handbediende drukpersen, waarop sinds 1867 ook de
plaatselijke Nijkerksche Courant werd gedrukt. Deze
drukkerij werd losgemaakt uit het bedrijf en kwam als
Drukkerij C.C.Callenbach in 1890 onder leiding Callenbachs
oudste zoon, Cornelis Carel
(1865-1942). [4]
In 1882 werd een stoommachine in bedrijf genomen voor de
boekbinderij. Callenbach verklaarde toen dat zijn boeken
voor dezelfde prijs nu nog veel mooier werden.
De jongste zoon George Frans kwam in 1887 in het bedrijf dat
een uitgeverij, boekhandel en binderij omvatte. In 1897
richtte Callenbach de ‘Vereeniging Christelijke Bibliotheek’
op.
Op initiatief van de schrijver Piet Risseeuw werd vanaf 1923
jaarlijks een heel succesvol kerstboek uitgegeven. Risseeuw
stelde ook een letterkundig jaarboek samen om de lezers van
Callenbachs christelijk geïnspireerde boeken kennis te laten
maken met literatuur. Het lag in de bedoeling dat Callenbach
dan later werk van een meer literair gehalte in zijn reeks
zou opnemen.
In het begin van de jaren dertig, de crisisjaren, kwam de
uitgeverij bij gebrek aan liquide middelen in de problemen.
Dankzij leningen van de drukkerij en Cornelis Carel
Callenbach , een achterneef van Georg Frans, bleef de
uitgeverij overeind.
In 1935 werd de Christelijke Bibliotheek, aandrang
van Risseeuw vervangen door de Nobelreeks waarin
jonge auteurs zoals J.K. van Eerbeek, A. de Vries en H. van
Randwijk hun werk publiceerden. De Nobelreeks, waarop lezers
zich konden abonneren, was een succes. De totale productie
van het bedrijf beliep in sommige jaren wel 180.000 boeken.
In 1975 werd de uitgeverij verkocht aan Bosch & Keuning in
Baarn en deze werd later weer overgenomen door een
uitgeversconcern van christelijke signatuur: Kok te Kampen.
De uitgeverij G.F. Callenbach leeft nog slechts voort als
imprint van Kok.
De eerste kinderprenten die Callenbach uitgaf was de serie Callenbach's Zondagsschoolplaten in kleurendruk;
een serie van 8 prenten in kleurenlithografie. De prenten
kostten 10 cent per stuk. De prenten waren voor de zondagsscholen bestemd waren, maar bleken voor deze instellingen te duur. Daarom kwam de firma met goedkopere prenten op de markt. De fondscatalogus van 1883 vermeldt twee prentseries in
lithografie. De Bijbelsche, zendings- en historische
platen was een reeks van 6 prenten. [5]
Deze werden alleen ‘zwart’ geleverd en kostten 5 cent per
stuk. Deze serie was in 1904 uitgebreid tot 18 prenten. [6] Hierin waren de 8 prenten uit de eerste serie opgenomen,
maar deze werden niet meer in kleur geleverd.
De andere reeks van 6 prenten onder de titel Callenbach’s
zondagsschoolplaten. Tweede serie met bijschriften
van Adelpha werd ook ‘zwart' voor 6 cent geleverd. De
prenten waren tot 1900 ook weer leverbaar in kleurenlithografie
en kostten opnieuw 10 cent.
Achter het pseudoniem Adelpha gaat mevrouw Catharina
Callenbach-van Gheel Gildemeester, schrijfster van
kinderboeken schuil. [7] Zij was gehuwd met dominee Koos Callenbach, zoon van de
oprichter. Op deze prentseries komen de signaturen voor van
de tekenaars W. Steelink, A. Rünckel en J. Geerling. [8] A. Rünckel tekende ook illustraties voor de
zondagsschoolboekjes. Het gaat bij deze series om prenten
die niet zijn gedrukt met aangekocht drukmateriaal. [9]
De serie Bijbelsche prenten voor kinderen was een goedkope prentserie, niet meer ontworpen door professionele tekenaars, maar gedrukt met hergebruikt drukmateriaal. De prenten waren strak ingedeeld met 3 rijen van 3 in
zwartwit afgedrukte Amerikaanse fotogravures voorzien
van vrij uitvoerige teksten. Het adres op de prenten
luidt Uitgave van G.F. Callenbach te Nijkerk. De
complete serie van 24 prenten kostte in de handel 35 cent;
een riem 5 gulden. [10]
Buiten deze series gaf Callenbach incidenteel andere luxueuzere prenten
uit, zoals de bouwplaat Het Tabernakel van Israel,
deels in gouddruk voor 25 cent. In kleurenlithografie en op
het grote formaat van 54x39 cm. leverde Callenbach voor 20
cent een kerstplaat van de hand van W. Steelink en een
paasprent van A. Rünckel. Een gelegenheidsuitgave voor de
viering van 100 jaar koninkrijk 1813-1913 getekend door
J.H. Isings jr. kostte 25 cent per stuk en in de handel f.
40,- per riem van 500 exemplaren.
Het lijkt er op dat Callenbach met
zijn eerste serie prenten in kleurenlithografie voor de
zondagsscholen te hoog had gegrepen. Prenten in kleur waren
voor kinderen natuurlijk aantrekkelijk, maar voor de meeste
scholen was 10 cent per prent waarschijnlijk te duur.
Daarom werden van de twee volgende reeksen de prenten
goedkoper en dus ongekleurd geleverd.
literatuur:
KVCS p. 151 en p. 734
en de website over de firma Callenbach.
Prentlijsten van Callenbach
|