De firma Brepols te Turnhout

 

In de negentiende eeuw was Turnhout het belangrijkste centrum van de prentindustrie in België. Drukker Pieter Corbeels was de

Bre portretr.jpg (162427 bytes)

P.J. Brepols

 

Dierckx foto.jpg (43085 bytes)

Jan Guillaume Dierckx

 

Bre fotoFabriek.jpg (61049 bytes)

De fabriek van Brepols

 eerste prentdrukker die zich daar vestigde. Hij was uit Leuven gevlucht voor de Franse bezetter en stichtte er in 1797 met zijn leerling Philippus Jacobus Brepols in Turnhout een drukkerij. Toen Corbeels wegens gewapend verzet door de  Fransen werd gefusilleerd, zette Brepols vanaf 1800 de zaak voort onder zijn eigen naam. Al in het eerste jaar verkocht Brepols in zijn winkel prenten, die hij betrok van uitgever J.N. Vinck te Antwerpen. Brepols kreeg ook prenten op zijn naam geleverd door C. Parijs, waarvan echter geen exemplaar is overgebleven. Een belangrijke toeleverancier van prenten was Le Tellier uit Lier. In 1817 nam Brepols de drukblokken van de 21 centsprenten van het fonds Tellier over en begon met het drukken van prenten, die al snel populair werden in de tot 1830 verenigde Nederlanden. Voortvarend heeft Brepols zijn prentfonds uitgebreid. C.A. Moermans, die al blokken voor Le Tellier had gesneden, werkte decennialang voor Brepols evenals de Nederlandse graveur A. Cranendonq. Bij het overlijden van P.J. Brepols in 1845 telde de godsdienstige reeks ruim 80 nummers en de profane reeks 140.

 

Door de overname van een groot aantal houtblokken van drukker Noman te Zaltbommel steeg het aantal prenten in de profane reeks tegen het eind van de jaren 1840 tot boven de tweehonderd. Na de scheiding van België en Nederland bleef Brepols heel actief in

 
 Nederland. De prenten werden in grote getale door een uitgebreid netwerk van wederverkopers op de markt gebracht, vaak voorzien van het eigen adres van de verkoper.

Omstreeks 1833 associeerde Brepols zich met zijn schoonzoon Joannes Josephus Dierckx en werd de onderneming voorgezet onder de naam Brepols en Dierckx Zoon. Sindsdien werd deze naam op de gedrukte produkten gebruikt.

 

Het succes van Brepols inspireerde anderen om ook prenten te produceren. Zo verliet Jaak Edward Glenisson het bedrijf van zijn oom Brepols in 1833 om met Anthonie van Genechten een prenten- en speelkaartenfabriek op te richten. Beide firma’s werden felle concurrenten van elkaar. Ook Petrus Wellens, die nog bij Le Tellier had gewerkt zette met Petrus Delhuvenne ook in Turnhout een prenten- en speelkaartenfabriek op. Nog in 1866 verliet Franciscus Anthonius Beersmans, die als boekbinder bij Brepols werkte, het bedrijf om een eigen prentenfabriek op te zetten.

 

Buiten Turnhout had Brepols in België niet veel concurrentie, maar in Nederland werd de markt na 1850 overspoeld door goedkope prenten in lithografie  uit Duitsland en Frankrijk. Dit zette de winstmarges zo sterk onder druk dat Brepols in 1861 overwoog de export naar ons land te staken. Hoewel Brepols in 1863 een lithografische pers had gekocht, bleef men tot in de jaren 1880 ook in houtgravure drukken en werden de prenten nog handmatig met schablonen gekleurd. Daarna ontstond een nieuwe lithografische reeks prenten waarin de succesvolle prenten in houtgravure werden opgenomen. In deze reeks werden in navolging van het buitenland steeds meer prenten met verhalen uitgegeven. Deze kunnen met recht als voorlopers van het stripverhaal worden gezien.

 

Brepols gaf prenten in twee series uit: een religieuze van 83 prenten en een profane reeks van 395. Omstreeks 1830  experimenteerde Brepols met een kleine serie prenten in lithografie. Hiervan zijn slechts weinig prenten bewaard gebleven. De meeste prenten hebben onderschriften in het Nederlands en in het Frans. Van de prenten met een nummer boven 322 zijn afzonderlijke Franse en Nederlandse versies. De laatste kregen een volgnummer dat voorafgegaan wordt door een 1.

In de periode van 1840 tot 1845 schakelde Brepols over van het handgemaakte papier op machinaal gefabriceerd papier en tussen 1885 en 1900 volgde de omschakeling van het drukken met houtgravures naar lithografie. Een beperkt aantal prenten is gedrukt met zinkclichés. De firma Brepols was meer dan een eeuw, van 1817 tot ca. 1935, actief als drukker-uitgever van centsprenten en heeft volgens Vansummeren  in die periode 623 verschillende prenten uitgebracht; meer dan enige andere uitgever in hetBreR020_trap.jpg (249580 bytes) Nederlandse taalgebied. De totale oplage schat zij op 31 miljoen prenten, die ongeveer voor de helft in Nederland zijn verkocht; slechts een klein deel daarvan is bewaard gebleven. Het is gebruikelijk naar gelang de papiersoort en de druktechniek Brepols' prenten in drie periodes in te delen.

  

De eerste periode*

Brepols gaf tot 1845 drie series prenten uit: een religieuze reeks van bijna 100 prenten en een profane reeks  van 131 prenten in houtsnede en houtgravure. Daarnaast een kleine serie prenten van 14 prenten in lithografie .

Tot ongeveer 1840 was dit handgemaakt, grauw papier van dezelfde kwaliteit als waarmee de goedkope volksboeken werden gedrukt. In Vlaanderen heette dit geringschattend 'boterpapier', maar het heeft de tand des tijds prima doorstaan. De meeste prenten werden gekleurd verkocht. Dit kleuren gebeurde met behulp van schablonen, waardoor de prenten doorgaans een meer verzorgde indruk maken dan de traditionele Nederlandse centsprenten. Teksten bij de afbeeldingen waren meestal in het Nederlands en het Frans. Na 1840 werd dit papier verdrongen door machinaal gefabriceerd papier. Deze uitgaven worden gerekend tot de zg. tweede periode.BreR011_Maria.jpg (146709 bytes)

 

De tweede periode

Door het succes van de prenten en de grotere productie die daarvan het gevolg was, kreeg het bedrijf van Brepols rond 1836 een tekort aan goedkoop geschept papier voor centsprenten. Daarom schakelde Brepols over op machinaal papier. Dit papier, dat behalve van lompen ook van grassoorten was vervaardigd, was gladder en witter, maar ook minder duurzaam. Het machinale papier werd in zuur milieu verlijmd, waardoor het door verzuring degradeert.

De prenten van houtblokken gedrukt op dit papier rekent men tot de tweede periode, die ruwweg liep van 1840 tot 1885.

Vrijwel alle 130 prenten uit de profane reeks werden herdrukt en de reeks werd nog met ruim 100 prenten uitgebreid, mede door overname van 50 houtblokken van de firma Noman te Zaltbommel.

De verkoop kwam in de tweede helft van de negentiende eeuw nog onder druk toen ook Franse en Duitse uitgevers op grote schaal prenten op de Nederlandse markt brachten. Deze goedverzorgde prenten in houtgravure en lithografie deden de populariteit van de traditionele, vaak slordig uitgevoerde centsprenten dalen. Deze factoren leidden na 1860 tot zulke lage verkoopprijzen dat Brepols vrijwel geen nieuwe prenten meer liet graveren en zelfs overwoog de export naar Nederland te staken. Met de komst van een prentserie in lithografie in de jaren '80 herstelde de export naar Nederland zich weer.

 

De derde periode

De derde periode wordt gemarkeerd door de overgang naar prenten uitgevoerd  in lithografie. Deze overgang vond geleidelijk plaats tussen 1880 en 1890. De reeks begint met nieuwe prenten die van 1 tot 14 zijn genummerd. Dan volgen populaire prenten waarvan de houtblokken versleten waren en die op steen werden overgebracht. Van de oude prentreeks in houtgravure werden zo ruim 40 prenten opnieuw in lithografie uitgebracht met behoud van de oorspronkelijke nummering.  Vanaf nummer 246 gaat het om nieuwe prenten die tot nummer 322 tweetalig worden uitgebracht. Daarna worden de Frans- en Nederlandstalige prenten verschillend genummerd. De Franse reeks loopt van 322 tot 395; de Nederlandse van 1322 tot 1395.  Zoals gebruikelijk bij centsprenten copieerde Brepols in deze reeks succesvolle uitgaven van andere uitgevers, o.a. Pellerin en Braun & Schneider.

Aanvankelijk bleef de strakke indeling in rijen afbeeldingen van gelijk formaat gehandhaafd. Mogelijk onder invloed van de Franse kinderprenten, zien we bij de latere prenten de veel vrijere uitvoering die in lithografie mogelijk is. Hiervoor werden geschoolde tekenaars aangetrokken zoals Marcel Jasper, Amedé Lynen en George P. de Laet. Hun prenten met historische, humoristische en andere verhalen hadden veel succes en vormen een verbindende schakel tussen de geleidelijk aan verdwijnende traditionele kinderprent en het opkomende  stripverhaal.

 

Literatuur:

KVCS p. 148 en p. 722

Van Heurck, 1915; De Meyer, 1962; Vansummeren, 1996.

R. Baetens et al., Brepols drukkers en uitgevers 1796-1996. Turnhout: Brepols, 1996.

* Meer informatie over de Turnhoutse prentdrukkers vindt u hier.

 

Bre 001 militairen.jpg (148817 bytes)

Bre T187 goden en godinnen..jpg (165840 bytes)

Bre D1367 dwingeland.jpg (134673 bytes)

Bre D0003 zachtheid.jpg (175725 bytes)

Militairen - Brepols

1e periode nr. 1

Goden en godinnen - Brepols

2e periode nr. 187

Dwingeland - Brepols

3e periode nr. 1367

Zachtheid - Brepols

Nieuwe reeks nr. 3

Prenten bekijken:  religieuze prenten   |  eerste   |  tweede     |    derde periode

Prentlijsten:    religieuze prenten   |  profane prenten 1e en 2e periode    |    prenten in lithografie

 

* varianten van het adres

Eerste periode

- prenten gedrukt op geschept papier en voorzien van het adres „Tot Turnhout, bij P.J. Brepols, Boek-drukker" of „Te Turnhout uyt de Fabriek en Boek-drukkerij van P.J. Brepols" of een variant hiervan.

- prenten gedrukt op geschept papier en voorzien van het adres „Ter Drukkery van Brepols en Dierckx, Zoon".

- prenten uit dezelfde periode maar zonder adres.

- prenten uit dezelfde periode gedrukt op naam van een wederverkoper.

Tweede periode

- prenten gedrukt op machinaal papier, met de hand gekleurd met schablonen, en bedrukt met het adres „Bij Brepols & Dierckx Zoon, Fabrykanten in gekleurde en gemarmerde papieren", of „Uyt de Fabryk van Brepols & Dierckx, Zoon", of een variant hiervan.

- prenten gemerkt B naast het nummer.

- prenten gedrukt op naam van een wederverkoper met of zonder letter B.

- prenten zonder adres.

Derde periode

- herdrukken en nieuwe uitgaven op naam van Brepols & Dierckx zoon, Turnhout.

- herdrukken en nieuwe uitgaven op naam van „Etablissements Brepols S.A." of „N.V. Brepols".

- herdrukken en nieuwe uitgaven zonder adres. 

Contact SGKJ: hetoudekinderboek@gmail.com ; website: centsprenten@xs4all.nl.  © 2001-2015 A.G.J.M. Borms. Bijgewerkt op 02 januari 2015. Overname, kopiëren en downloaden voor niet-commercieel gebruik van teksten en afb. is toegestaan onder vermelding van bron SGKJ/AGJMBorms. De Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur is een algemeen nut beogende instelling; bijdragen komen in aanmerking voor (verhoogde) belastingaftrek. Een bijdrage graag op NL88 INGB 0002348552 t.n.v.SGKJ te Voorburg